In stadsdeel Nieuw-West leven 160.000 mensen. Het is eigenlijk een grote stad. Stadsontwerper Van Eesteren ontwierp het. Hij vond dat deze nieuwe stadswijk juist niet mooi moest zijn. En dat de schoonheid van het naakte stadsmonster gezien moest worden. Nieuw-West is zakelijk en zonder versiering. We maken een zomerfietstocht door de wijk.
De fiets is een uitstekende manier om Nieuw-West te verkennen. Ook als je er zelf woont. We maken een tocht van het Surinameplein over de Cornelis Lelylaan naar de Sloterplas. En dan terug via de Burgemeester de Vlugtlaan naar de Bos en Lommerweg. Dan naar de Willem de Zwijgerlaan, met als eindpunt De Krommert in De Baarsjes. Andersom fietsen kan natuurlijk ook.
De route.
Licht, lucht en ruimte
Het grondgebied van Nieuw-West kwam pas in 1921 bij Amsterdam. In 1935 werd het AUP (Algemeen Uitbreidingsplan) goedgekeurd, en vanaf 1949 werd het plan uitgevoerd. Er werden 5 tuinsteden gebouwd: Osdorp, Slotervaart, Geuzeveld, Overtoomse Veld en Slotermeer. Dit waren naoorlogse wederopbouwwijken met veel ‘licht, lucht en ruimte’.
Achtergrond
Vanaf de jaren 1980 vertrokken veel oorspronkelijke bewoners en kwamen er immigranten. Nu heeft ruim de helft een ‘niet Nederlandse achtergrond’, hoewel de meeste jongeren in Amsterdam geboren zijn.
Karakter
Het stadsdeel heeft een heel ander karakter dan het toeristische Centrum en het bedaagde Zuid. De wijk is levendig. Wel zijn er problemen met armoede en criminaliteit. Ook is er veel groen. Laten we erdoorheen fietsen.
Voor dit artikel gebruiken we oude foto’s om de geschiedenis te laten zien. Ze geven natuurlijk geen goed beeld van het heden.
1950. Amstelveenseweg en Surinameplein. Op deze luchtfoto is mooi te zien dat het Surinameplein nog niet afgebouwd is. Heel Nieuw-West bestaat pas zo’n jaar of 70. Hier beginnen we onze tocht en gaan naar de Cornelis Lelylaan.
Na 1950. Surinameplein met de brug de Overtoomse Sluis. We fietsen westwaarts de Cornelis Lelylaan op.
Cornelis Lelylaan met het viaduct over de Johan Huizingalaan met tram van lijn 17. Op de achtergrond de hoogbouw van het Sloterhof. Gezien richting Sloterplas.
Het naakte monster
Duidelijk is het verschil in sfeer met het centrum en de 19e-eeuwse wijken. Zo wilde ontwerper Van Eesteren het: een moderne stad. “Onze opgave is de schoonheid welke in de techniek ligt, te verwerken en te organiseren. De houding welke men over het algemeen tegenover de voortbrengselen der techniek aanneemt, komt uit ongeveer de volgende gedachte voort: ‘Hoe trekken we dit monster een mooi kleedje aan’, zonder de schoonheid van het naakte monster te zien.”
“Voorbeeld: een stadsbeeld zal bestaan uit een horizontaal viaduct, een verticale fabrieksschoorsteen, een gesloten pakhuis. Met deze elementen zonder eenige ornamentatie, welke zwakheid te verbergen zou hebben, een stadsbeeld te vormen, is onze opgave.”
Rond 1610. Het huidige gebied van Nieuw-West. Bekijk de kaart op een groter formaat.
Het Algemeen Uitbreidingsplan uit 1935. Nieuw-West en Buitenveldert zijn getekend. Centraal staat de ‘functiescheiding’. Anders dan in de oude stad zijn wonen, verkeer, werken en recreëren gescheiden.
1952. Koningin Juliana opent tuinstad Slotermeer en bezoekt een gezin.
1952. Luchtfoto Sloterplas. De Sloterplas werd uitgegraven om met het zand de bouwgrond op te hogen. De plas is 35 meter diep. We gaan de Cornelis Lelylaan af naar de Sloterplas.
1970. Panoramaopname van de Hemsterhuisstraat, gezien in noordwestelijke richting naar het Sloterpark en de Sloterplas en het Christoffel Plantijnpad. Links huizen aan het Colenbranderhof en rechts huizen aan het Bakhuizen van den Brinkhof. We zijn aan de oostkant van de Sloterplas. Een mooie wijk.
We fietsen verder langs het Osdorpplein, een centrale plek.
1976. Sloterparkbad aan de Sloterplas. We fietsen via de Meervaart om de Sloterplas heen en komen langs het Sloterparkbad. Hier stond de beroemde 10 meter hoge duiktoren. Die is nu weg. Aan de noordkant is het prachtige Van Eesteren Museum.
1961. Plein ’40-’45. De volgende centrale plek in Nieuw-West. Hier is veel levendige horeca. Een gezellig plein.
1954. Slotermeerlaan bij Plein ’40-’45. Opening van de verlenging van tramlijn 13 naar Slotermeer.
1959. De Burgemeester de Vlugtlaan. Gezien in oostelijke richting naar de Bos en Lommerweg. Midden, bij het zebrapad, de kruising met de Slotermeerlaan.
Onschuldig
We fietsen over de brede Burgemeester de Vlugtlaan richting Bos en Lommerplein. Hier is aan de Freek Oxstraat, een zijstraat, een museumwoning in de stijl van de jaren 1950. In dit museum slaat de ontroering onverbiddelijk toe. De jaren 1950 waren een periode van wederopbouw en hoop. De bezoeker krijgt de indruk dat het leven toen veel onschuldiger was dan nu. Misschien is dat maar schijn.
1952. De Bos en Lommerweg. Op de achtergrond links en rechts de Leeuwendalersweg. De Kolenkitkerk uit 1958 steekt er bovenuit. Tegenwoordig wonen er meer moslims dan christenen in Nieuw-West.
1954. Bos en Lommerplein en omgeving. In het midden een tram van lijn 13. Op de voorgrond wegwerkzaamheden in het lege land. Dit stuk stad wordt nu gedomineerd door de Ringweg en andere infrastructuur. Ook het beeldbepalende GAK gebouw uit 1960 staat er nog niet.
1966. Bos en Lommerplein. Zicht op de juist in gebruik genomen Einsteinweg. Rechtsboven staat nu het stadsdeelkantoor West.
1935. Bos en Lommerweg, gezien vanaf de Haarlemmerweg in zuidelijke richting naar de Willem de Zwijgerlaan. Hij is nog niet bestraat. We fietsen van de Bos en Lommerweg naar de Willem de Zwijgerlaan.
1936. Willem de Zwijgerlaan. Hier is de eerste strokenbouw in Amsterdam. Strokenbouw was een revolutie in de woningbouw. Het gesloten bouwblok met binnentuin verdween. Er ontstond een gezamenlijke groene buitenruimte. Maar hierdoor veranderde ook het karakter van de straat; die werd juist anoniemer.
Deze bouwstijl is eigen aan Nieuw-West en Buitenveldert. In de Bijlmer werd dit nog verder doorgevoerd. Toen werd duidelijk dat bewoners veel liever een warmere en minder zakelijke leefomgeving wilden. De ‘organische’ stad won het destijds van de ‘zakelijke’ stad.
1936. Willem de Zwijgerlaan. Een sfeerbeeld.
1951. De Krommert. Het eindpunt van onze tocht. We zijn bij de Admiraal de Ruijterweg en de Jan Evertsenstraat. De Krommert is genoemd naar een kromme sloot die hier ooit liep.